Wist u dat...






  

Wist u dat..... en overige wetenswaardigheden

Wist u dat als een anders achter het stuur zit, u als kentekenhouder toch aansprakelijk bent.
Voor de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv, ook wel bekend als de Wet Mulder) maakt het niet uit wie er gereden heeft: u, uw partner of een bekende. Die wet regelt dat de kentekenhouder aansprakelijk is voor lichte verkeersovertredingen, ook als iemand anders rijdt en ook als het voertuig in bruikleen is gegeven. Dat is geregeld in artikel 5 Wahv. Alleen als iemand het voertuig tegen uw wil heeft gebruikt en u dat redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen (vb. joyriding, diefstal), dan is dat een reden om het beroep gegrond te verklaren. Doe wel altijd aangifte bij de politie; zonder kopie van de aangifte heeft dit beroep weinig kans van slagen. (NB: valse aangifte is strafbaar!)
Heeft u een auto gehuurd op uw naam, dan bent u ook aansprakelijk als u de auto uitleent aan een ander, die hem b.v. na een ongeval terugbrengt naar de verhuurder. Dus kijk uit met het uitlenen van uw (huur)auto. Dit is te ondervangen door elke keer een soort contract op te stellen met datum, tijd, kenteken van de auto, plus de gegevens (naam, rijbewijsnummer enz.) en handtekening van de bruikleen nemer. Dan kunt u, als u de brief van het CJIB vier maanden later in de bus krijgt, zwart op wit aantonen dat niet u maar die ander gereden heeft.

Voertuiggebonden verplichtingen

Controle van verzekering, APK en motorrijtuigenbelasting

Wie een auto of motor op zijn naam heeft staan, moet voldoen aan de verplichtingen voor dat voertuig.

De voertuiggebonden verplichtingen die we in Nederland kennen zijn: de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA) de Algemene Periodieke Keuring (APK), de motorrijtuigenbelasting en het voeren van de juiste kentekenplaten.

Een bezitter van een voertuig moet aan bovenstaande voertuiggebonden verplichtingen voldoen als hij een auto of motor op zijn naam heeft staan en dus geregistreerd staat bij de RDW. Door een eenvoudige druk op de knop controleert de RDW het verzekeringsregister en het keuringsregister. Zo kan de RDW direct zien of een auto is verzekerd en APK-goedgekeurd. Is een auto of motor daadwerkelijk niet verzekerd dan kan het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden de kentekenhouder een acceptgiroformulier sturen van minimaal 225,00 euro. Is de auto niet APK-goedgekeurd dan moet hij of zij ca. 80,00 euro betalen. Ook de Belastingdienst / Centrale administratie / Autoheffingen controleert op deze manier of voor de auto of motor de motorrijtuigenbelasting is betaald.

WIS U DAT er 5 mogelijkheden zijn om van die verplichtingen af te komen?

  1. De auto verkopen;
  2. De auto naar de sloop brengen;
  3. De auto exporteren (vergeet dan niet de nummerplaten er af te halen)
  4. De auto buiten werking stellen ( bij stalling op particulier terrein)
  5. Aangifte doen van diefstal / vermissing. Dit kan ook als u de auto heeft uitgeleend en de lener brengt de auto niet terug.

Wist u dat de Nationale ombudsman er ook is voor u?

De Nationale ombudsman bracht in 2001 zeven rapporten uit die betrekking hebben op het Centraal Justitieel Incassobureau te Leeuwarden (verder: het CJIB) (2000: 1). In vier gevallen luidde het oordeel dat de klacht niet gegrond was en in drie gevallen werd de klacht gegrond bevonden.

Daarnaast kwam in twintig zaken door middel van interventie een oplossing tot stand voor klachten over gedragingen van het CJIB. Het onderzoek naar aanleiding van de klacht werd vervolgens beeindigd. Verder besloot de Nationale ombudsman in drie zaken het onderzoek te beeindigen, nadat de reactie was ontvangen van de Minister van Justitie.

10A.10.1 Tenuitvoerlegging van straffen

In het jaar 2001 handelde de Nationale ombudsman twee zaken af die (mede) betrekking hebben op de tenuitvoerlegging van straffen.

10A.10.2 De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Van de zeven rapporten over het CJIB gingen er vijf (mede) over de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv).

In de zaak die leidde tot rapport 2001/142 klaagde verzoekster erover dat het CJIB had geweigerd restitutie te verlenen van de beschikkingsbedragen en stallingskosten die zij had betaald om haar auto, die achteraf bezien onterecht buiten gebruik was gesteld, terug te krijgen. Die buitengebruikstelling had plaatsgevonden, toen met verzoeksters auto een verkeersovertreding werd begaan. De bestuurder gaf bij staandehouding de personalia van Y op, die vier eerdere beschikkingen ingevolge de Wahv niet had betaald (de auto stond ten tijde van die beschikkingen op naam van Y). In verband daarmee werd de auto buiten gebruik gesteld. Op grond van artikel 28b van de Wahv kan namelijk bij niet-betaling van sancties het voertuig waarmee de gedraging heeft plaatsgevonden buiten gebruik worden gesteld. Een redelijke uitleg van deze regelgeving brengt, aldus de Nationale ombudsman, mee dat opsporingsinstanties bij het buiten gebruik stellen van voertuigen van derden (niet-betrokkenen) voldoende verifieren dat degene die in het voertuig wordt aangetroffen daadwerkelijk degene is ten aanzien van wie buitengebruikstelling wordt toegepast. Dit moet schriftelijk worden vastgelegd. In dit geval had de politie verzuimd op de beschikking te vermelden op welke wijze de personalia van Y waren vastgesteld, zodat onvoldoende vast was komen te staan of het dwangmiddel buitengebruikstelling daadwerkelijk jegens Y was toegepast. Verzoeksters auto was dus ten onrechte buiten gebruik gesteld. De Nationale ombudsman gaf de Minister van Justitie dan ook in overweging te bevorderen dat het CJIB alsnog de hiervoor vermelde kosten zou restitueren.

De minister liet bij brief van 25 juni 2001 weten de aanbeveling op te volgen.

In de zaak die leidde tot rapport 2001/14 kreeg verzoeker na de beslissing van de kantonrechter op zijn beroep tegen een beschikking ingevolge de Wahv een brief van het CJIB waarin onder meer stond: "Indien u zekerheid hebt gesteld, wordt die als gevolg van deze beslissing aan u terugbetaald. Hiervoor hoeft u niets te doen." Verzoeker kreeg echter niets terug, omdat zijn beroep was verworpen. De Nationale ombudsman achtte verzoekers klacht hierover gegrond. Met instemming nam hij kennis van het feit dat inmiddels genoemde zinsnede was vervangen door de zinsnede: "Alleen indien de kantonrechter de beschikking heeft vernietigd en u zekerheid hebt gesteld, wordt het bedrag aan zekerheidstelling aan u terugbetaald."

Ten slotte verdient rapport 2001/084 de aandacht. De Nationale ombudsman overweegt daarin dat het beleid van het CJIB om terzake van op grond van de Wahv opgelegde sancties geen betalingsregelingen toe te staan in zijn algemeenheid niet als onjuist is te kwalificeren. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman kon het CJIB ook in dit geval in redelijkheid niet akkoord gaan met een algemene betalingsregeling, nu tussen de veroordeling en de aanmaning zeven maanden was verstreken en er derhalve voor verzoeker voldoende tijd was geweest het sanctiebedrag van f 220 te reserveren, terwijl verzoeker na de vervaltermijn nog eens drie weken extra de tijd had gekregen van het CJIB.

http://www.ombudsman.nl/jaarverslag2001/10/2001jv_10A.10.1.html

KIJK OOK BIJ NUTTIGE LINKS daar staat hoe u een klacht kunt indienen tegen de Staat of het CJIB.



3863